... | ... | @@ -16,15 +16,11 @@ vanuit het perspectief van overige ketenpartners NZA/IGJ/MinVWS/ActiZ/PfN/etc.: |
|
|
|
|
|
Validatie moet op de volgende momenten (elk met een specifiek gebruikersdoel) gebeuren in het proces van aanbod tot het moment van uploaden:
|
|
|
|
|
|
Validatie van uploads: de indeling moet overeenstemmen met de ontologie, meest optimale controle op datatypes en indien van toepassing formaat van waarden (bijv. datum, getalnotatie e.d.) op basis van de principes van een ontologie. Over de juistheid van waarden kan op dit niveau niets worden gezegd. Wel kan er gekeken worden in hoeverre controle op juistheid datatype, formaat, bereik, referentiecodes e.d. nodig zijn.
|
|
|
|
|
|
Procesvalidatie (traceren): er moet metadata beschikbaar zijn over de aanlevering van data zoals zorgorganisatie, datum en tijd e.d. Hierop moet een of meerdere controles plaatsvinden. Dit gebeurt onder andere bij identificatie van de aanleverende partij in de authenticatieprocedure. De organisatie namens wie de gebruiker inlogt, moet bekend en geautoriseerd zijn.
|
|
|
|
|
|
Functionele validatie: alle attributen voor het beantwoorden van gevalideerde vragen moeten aanwezig zijn, de mate waarin waarden voor attributen ontbreken moeten worden uitgedrukt in een percentage en indien mogelijk een normatieve waarde (daarmee kan de betrouwbaarheid van uitkomsten worden uitgedrukt).
|
|
|
|
|
|
Validatie van samenhang: in vergelijking met gelijksoortige data afkomstig van een andere bron wordt een afwijking waargenomen. Bijv. gegevens over personeelssamenstelling kunnen uit meerdere systeembronnen ontsloten zijn. Het is ook denkbaar om de totalen, zoals het aantal contracturen of aantal personeelsleden zichtbaar te maken, zodat de gegevensaanbieder deze kan vergelijken met de uitkomsten van het bronsysteem en om vast te stellen of de totalen wel overeenkomen.
|
|
|
|
|
|
Visuele validatie: vooraf aan het uploaden van de data controleert een medewerker van de gegevensaanbieder de data met eigen ogen op fouten en omissies.
|
|
|
1. Validatie van uploads: de indeling moet overeenstemmen met de ontologie, meest optimale controle op datatypes en indien van toepassing formaat van waarden (bijv. datum, getalnotatie e.d.) op basis van de principes van een ontologie. Over de juistheid van waarden kan op dit niveau niets worden gezegd. Wel kan er gekeken worden in hoeverre controle op juistheid datatype, formaat, bereik, referentiecodes e.d. nodig zijn.
|
|
|
1. Procesvalidatie (traceren): er moet metadata beschikbaar zijn over de aanlevering van data zoals zorgorganisatie, datum en tijd e.d. Hierop moet een of meerdere controles plaatsvinden. Dit gebeurt onder andere bij identificatie van de aanleverende partij in de authenticatieprocedure. De organisatie namens wie de gebruiker inlogt, moet bekend en geautoriseerd zijn.
|
|
|
1. Functionele validatie: alle attributen voor het beantwoorden van gevalideerde vragen moeten aanwezig zijn, de mate waarin waarden voor attributen ontbreken moeten worden uitgedrukt in een percentage en indien mogelijk een normatieve waarde (daarmee kan de betrouwbaarheid van uitkomsten worden uitgedrukt).
|
|
|
1. Validatie van samenhang: in vergelijking met gelijksoortige data afkomstig van een andere bron wordt een afwijking waargenomen. Bijv. gegevens over personeelssamenstelling kunnen uit meerdere systeembronnen ontsloten zijn. Het is ook denkbaar om de totalen, zoals het aantal contracturen of aantal personeelsleden zichtbaar te maken, zodat de gegevensaanbieder deze kan vergelijken met de uitkomsten van het bronsysteem en om vast te stellen of de totalen wel overeenkomen.
|
|
|
1. Visuele validatie: vooraf aan het uploaden van de data controleert een medewerker van de gegevensaanbieder de data met eigen ogen op fouten en omissies.
|
|
|
|
|
|
## kwaliteit van data
|
|
|
|
... | ... | |