|
|
Hieronder staat een lijst met scenarios beschreven. Wat voor scenarios? Scenarios van implementaties van de KIK-Starter. Omdat voor elke aanbiedende organisatie een andere situatie van toepassing is.
|
|
|
Hieronder staat een lijst met scenarios beschreven. Wat voor scenarios? Scenarios van implementaties van de KIK-Starter. Omdat voor elke aanbiedende organisatie een andere situatie van toepassing is.
|
|
|
|
|
|
De scenarios kunnen helpen te bepalen welke inrichting het meest geschikt is voor de specifieke situatie van de afnemer of aanbieder. Het kan daarom gebruikt worden voor een implementatieplan.
|
|
|
|
|
|
Per scenario wordt eerst de situatie kort benoemd. Daarna volgt een "happy flow", wat zoiets betekent als de meest wenselijke volgorde van stappen en het gewenste resultaat. Tenslotte worden de uitzonderlijke situaties kort benoemd. Dat zijn eventuele fouten en andere belemmeringen die kunnen optreden, zodat de gevolgde stappen niet het gewenste resultaat hebben.
|
|
|
|
|
|
In onderstaande scenarios komen de volgende standaard rollen van de KIK-Starter Centraal en Decentraal steeds voor:
|
|
|
|
|
|
1. Datastation Client: verzorgt de communicatie met een Datastation Server.
|
|
|
2. Datastation Server: opereert als communicator namens volledig functionerende datastation of bootst de communicatie met een datastation na voor testdoeleinden.
|
|
|
|
|
|
# Ik ben een gegevensaanbieder
|
|
|
|
|
|
Een gegevensaanbieder zal deze volgorde van toenemende complexiteit doorlopen (na installatie KIK-Starter):
|
|
|
|
|
|
1. Laden van linked data (converteren optioneel). [Zie scenario 13.](#scenario-13-aanbieder-maakt-linked-data-met-hulp-softwareleverancier-geen-datastation)
|
|
|
1. Raadplegen data lokaal. [Zie scenario 11.](#scenario-11-aanbieder-raadpleegt-eigen-data-geen-datastation)
|
|
|
1. Valideren eigen data. [Zie scenario 10.](#scenario-10-aanbieder-valideert-eigen-data-geen-datastation)
|
|
|
1. Uploaden eigen query resultaten naar KIK-Starter Centraal (datastation server). [Zie scenario 1.](#scenario-1-aanbieder-zonder-datastation-uploadt-indicatoren)
|
|
|
1. Raadplegen KIK-Starter Centraal als datastation server via KIK-Starter Decentraal (datastation client). [Zie scenario 6](#scenario-6-raadpleeg-kik-starter-centraal-als-datastation) en [zie scenario 7.](#scenario-7-lokale-datastation-nog-niet-verbonden)
|
|
|
1. KIK-Starter Decentraal als datastation server. [Zie scenario 8.](#scenario-8-kik-starter-decentraal-als-netwerk-datastation)
|
|
|
1. Lokale datastation nog niet verbonden met internet. [Zie scenario 7.](#scenario-7-lokale-datastation-nog-niet-verbonden)
|
|
|
1. Testen eigen datastation. [Zie scenario 3](#scenario-3-developer-test-datastation) en [zie scenario 5.](#scenario-5-integrator-test-vanaf-internet)
|
|
|
1. Testen eigen datastation client. [Zie scenario 2](#scenario-2-developer-test-datastation-client) en [zie scenario 4.](#scenario-4-integrator-test-met-kik-starter-client)
|
|
|
1. Converteren eigen data. [Zie scenario 9.](#scenario-9-aanbieder-converteert-eigen-data-met-hulp-softwareleverancier-geen-datastation)
|
|
|
2. Raadplegen data lokaal. [Zie scenario 11.](#scenario-11-aanbieder-raadpleegt-eigen-data-geen-datastation)
|
|
|
3. Valideren eigen data. [Zie scenario 10.](#scenario-10-aanbieder-valideert-eigen-data-geen-datastation)
|
|
|
4. Uploaden eigen query resultaten naar KIK-Starter Centraal (datastation server). [Zie scenario 1.](#scenario-1-aanbieder-zonder-datastation-uploadt-indicatoren)
|
|
|
5. Raadplegen KIK-Starter Centraal als datastation server via KIK-Starter Decentraal (datastation client). [Zie scenario 6](#scenario-6-raadpleeg-kik-starter-centraal-als-datastation) en [zie scenario 7.](#scenario-7-lokale-datastation-nog-niet-verbonden)
|
|
|
6. KIK-Starter Decentraal als datastation server. [Zie scenario 8.](#scenario-8-kik-starter-decentraal-als-netwerk-datastation)
|
|
|
7. Lokale datastation nog niet verbonden met internet. [Zie scenario 7.](#scenario-7-lokale-datastation-nog-niet-verbonden)
|
|
|
8. Converteren eigen data. [Zie scenario 9.](#scenario-9-aanbieder-converteert-eigen-data-met-hulp-softwareleverancier-geen-datastation)
|
|
|
|
|
|
# Ik ben een gegevensafnemer
|
|
|
|
|
|
Een gegevensafnemende organisatie zal KIK-Starter kunnen gebruiken voor raadplegen en testen van eigen software, maar heeft met veel minder implementatiescenarios te maken dan een aanbiedende zorgorganisatie.
|
|
|
|
|
|
Een gegevensafnemer zal deze volgorde van toenemende complexiteit doorlopen (na installatie KIK-Starter):
|
|
|
|
|
|
1. Raadplegen via KIK-Starter Centraal. [Zie scenario 12.](#scenario-12-afnemer-raadpleegt-query-resultaten-op-kik-starter-centraal)
|
|
|
1. Raadplegen via KIK-Starter Decentraal (datastation client). [Zie scenario 3.](#scenario-3-developer-test-datastation)
|
|
|
1. Raadplegen via eigen datastation client. [Zie scenario 12.](#scenario-12-afnemer-raadpleegt-query-resultaten-op-kik-starter-centraal)
|
|
|
1. Testen van eigen datastation client. [Zie scenario 2.](#scenario-2-developer-test-datastation-client)
|
|
|
2. Raadplegen via KIK-Starter Decentraal (datastation client). [Zie scenario 3.](#scenario-3-developer-test-datastation)
|
|
|
3. Raadplegen via eigen datastation client. [Zie scenario 12.](#scenario-12-afnemer-raadpleegt-query-resultaten-op-kik-starter-centraal)
|
|
|
4. Testen van eigen datastation client. [Zie scenario 2.](#scenario-2-developer-test-datastation-client)
|
|
|
|
|
|
Per scenario wordt eerst de situatie kort benoemd. Daarna volgt een "happy flow", wat zoiets betekent als de meest wenselijke volgorde van stappen en het gewenste resultaat. Tenslotte worden de uitzonderlijke situaties kort benoemd. Dat zijn eventuele fouten en andere belemmeringen die kunnen optreden, zodat de gevolgde stappen niet het gewenste resultaat hebben.
|
|
|
# Ik ben een developer/softwareleverancier
|
|
|
|
|
|
In onderstaande scenarios komen de volgende standaard rollen van de KIK-Starter Centraal en Decentraal steeds voor:
|
|
|
1. Datastation Client: verzorgt de communicatie met een Datastation Server.
|
|
|
1. Datastation Server: opereert als communicator namens volledig functionerende datastation of bootst de communicatie met een datastation na voor testdoeleinden.
|
|
|
Een developer/softwareleverancier zal KIK-Starter gebruiken om een Datastation Client of een Datastation Server te ontwikkelen.
|
|
|
|
|
|
De volgende scenarios kunnen zich in dat geval voordoen:
|
|
|
|
|
|
1. Testen eigen datastation. [Zie scenario 3](#scenario-3-developer-test-datastation) en [zie scenario 5.](#scenario-5-integrator-test-vanaf-internet)
|
|
|
2. Testen eigen datastation client. [Zie scenario 2](#scenario-2-developer-test-datastation-client) en [zie scenario 4.](#scenario-4-integrator-test-met-kik-starter-client)
|
|
|
|
|
|
# Scenario 1: Aanbieder zonder datastation uploadt indicatoren
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: een aanbieder heeft (nog) geen (operationeel) datastation, maar wil wel graag indicatoren aanbieden via de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Voordat een raadpleging kan plaatsvinden bereid een medewerker van een zorgaanbiederorganisatie als aanbieder gegevens voor in de eigen lokale ICT-omgeving:
|
|
|
1. Eerst extraheert de medewerker data uit een bronsysteem. De data wordt vervolgens naar linked data formaat omgezet.
|
|
|
1. Vervolgens uploadt de medewerker de gegevens naar de KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
1. Raadpleegt de data ter controle middels een of meerdere standaard queries.
|
|
|
1. Uploadt de resultaten naar KIK-Starter Centraal.
|
|
|
|
|
|
1. Eerst extraheert de medewerker data uit een bronsysteem. De data wordt vervolgens naar linked data formaat omgezet.
|
|
|
2. Vervolgens uploadt de medewerker de gegevens naar de KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
3. Raadpleegt de data ter controle middels een of meerdere standaard queries.
|
|
|
4. Uploadt de resultaten naar KIK-Starter Centraal.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Authenticatie van aanbieder bij KIK-Starter Centraal mislukt: het is dan niet mogelijk data te uploaden naar KIK-Starter Centraal.
|
|
|
1. De query is niet standaard: het is niet mogelijk de data te uploaden.
|
|
|
1. Extractiedata is niet in linked data formaat en KIK-Starter Decentraal kan het niet laden.
|
|
|
2. De query is niet standaard: het is niet mogelijk de data te uploaden.
|
|
|
3. Extractiedata is niet in linked data formaat en KIK-Starter Decentraal kan het niet laden.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 2: Developer test datastation client
|
|
|
_Situatie_: De Developer ontwikkelt een client applicatie als Datastation Client. Dit gebeurt binnen een ontwikkelomgeving.
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: De Developer ontwikkelt een client applicatie als Datastation Client. Dit gebeurt binnen een ontwikkelomgeving.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Developer wil Datastation raadplegen.
|
|
|
|
|
|
1. Developer kiest een standaard vraag
|
|
|
2. De Datastation Client stuurt de bijbehorende standaard query naar KIK-Starter Decentraal als Datastation Server.
|
|
|
2. De Datastation Client stuurt de bijbehorende standaard query naar KIK-Starter Decentraal als Datastation Server.
|
|
|
3. De Datastation Server retourneert de query resultaten.
|
|
|
4. De Developer bestudeert de query resultaten.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Datastation Server is niet operationeel of technisch adres is niet goed ingericht: kan geen verbinding gemaakt worden.
|
|
|
1. Datastation Server bevat geen data: er komt geen data terug.
|
|
|
2. Datastation Server bevat geen data: er komt geen data terug.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 3: Developer test Datastation
|
|
|
_Situatie_: De Developer is bezig met de ontwikkeling van een Datastation en kan in dit scenario de werking ervan testen in een ontwikkelomgeving.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Developer wil het datastation raadplegen.
|
|
|
1. Developer gebruikt een browser die met de KIK-Starter Decentraal als Datastation Client communiceert om
|
|
|
1. vervolgens een Server Application te raadplegen die acteert als Datastation Server.
|
|
|
_Situatie_: De Developer is bezig met de ontwikkeling van een Datastation en kan in dit scenario de werking ervan testen in een ontwikkelomgeving.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Developer wil het datastation raadplegen.
|
|
|
|
|
|
1. Developer gebruikt een browser die met de KIK-Starter Decentraal als Datastation Client communiceert om
|
|
|
2. vervolgens een Server Application te raadplegen die acteert als Datastation Server.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. technisch adres is verkeerd ingevoerd: er kan geen verbinding gemaakt worden met KIK-Starter Decentraal of niet met de Server Application.
|
|
|
1. Er is geen data in de Server Application: er komt geen data terug.
|
|
|
2. Er is geen data in de Server Application: er komt geen data terug.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 4: Integrator test met KIK-Starter client
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Integrator test de connectiviteit van een lokale Datastation of naar een Datastation in het externe netwerk en gebruikt daarbij de KIK-Starter als datastation client. Dit vindt plaats binnen de ICT-omgeving van de zorgaanbieder.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Integrator wil een verbinding opzetten met het Datastation.
|
|
|
|
|
|
1. Integrator geeft KIK-Starter als Datastation Client de opdracht verbinding te maken.
|
|
|
1. Datastation Client maakt verbinding met Datastation.
|
|
|
1. Verbinding is succes.
|
|
|
2. Datastation Client maakt verbinding met Datastation.
|
|
|
3. Verbinding is succes.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Technisch adres is incorrect.
|
|
|
1. Datastation draait niet.
|
|
|
2. Datastation draait niet.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 5: Integrator test vanaf internet
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Hiermee test de Integrator de connectiviteit van eigen datastation vanaf het internet.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Integrator wil testen of vanaf het internet een verbinding met de eigen datastation kan worden gemaakt.
|
|
|
|
|
|
1. De Integrator start de Browser applicatie.
|
|
|
1. De Integrator navigeert naar de KIK-Starter Centraal bij ZIN op het Internet.
|
|
|
1. De Integrator geeft aan dat hij verbinding wil maken met zijn datastation bij de Aanbieder.
|
|
|
1. De KIK-Starter Decentraal als Datastation Client (bij ZIN) maakt verbinding met het datastation als Datastation Server bij de Aanbieder.
|
|
|
1. Verbinding vanaf internet naar eigen Datastation Server is succes.
|
|
|
2. De Integrator navigeert naar de KIK-Starter Centraal bij ZIN op het Internet.
|
|
|
3. De Integrator geeft aan dat hij verbinding wil maken met zijn datastation bij de Aanbieder.
|
|
|
4. De KIK-Starter Decentraal als Datastation Client (bij ZIN) maakt verbinding met het datastation als Datastation Server bij de Aanbieder.
|
|
|
5. Verbinding vanaf internet naar eigen Datastation Server is succes.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Centraal.
|
|
|
2. Geen verbinding mogelijk met Datastation Server vanaf KIK-Starter Datastation Client: technisch adres is mogelijk foutief of de verbinding wordt geblokkeerd door beveiliging.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 6: Raadpleeg KIK-Starter Centraal als Datastation
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: De Medewerker Aanbieder raadpleegt met KIK-Starter Decentraal als Datastation Client de data op de KIK-Starter Centraal als Datastation Server bij ZIN op het internet.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: De Medewerker Aanbieder wil de KIK-Starter Centraal Datastation raadplegen.
|
|
|
|
|
|
1. De Medewerker Aanbieder start de Browser Applicatie.
|
|
|
1. De Medewerker Aanbieder selecteert een vraag en geeft aan dat de data daarbij opgehaald moet worden bij de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
1. De KIK-Starter Decentraal als Datastation Client maakt verbinding met de KIK-Starter Centraal als Datastation Server.
|
|
|
1. De Datastation Client raadpleegt de Datastation Server.
|
|
|
1. De Datastation Server vindt de bijbehorende bewaarde query resultaten en geeft dit terug aan de Datastation Client.
|
|
|
1. De KIK-Starter Decentraal presenteert de bewaarde query resultaten aan de Medewerker Aanbieder.
|
|
|
2. De Medewerker Aanbieder selecteert een vraag en geeft aan dat de data daarbij opgehaald moet worden bij de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
3. De KIK-Starter Decentraal als Datastation Client maakt verbinding met de KIK-Starter Centraal als Datastation Server.
|
|
|
4. De Datastation Client raadpleegt de Datastation Server.
|
|
|
5. De Datastation Server vindt de bijbehorende bewaarde query resultaten en geeft dit terug aan de Datastation Client.
|
|
|
6. De KIK-Starter Decentraal presenteert de bewaarde query resultaten aan de Medewerker Aanbieder.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Centraal: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of beveiligingsmaatregel hindert een verbinding.
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Decentraal als Datastation Client: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
2. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Decentraal als Datastation Client: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 7: Lokale datastation nog niet verbonden
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder beschikt over een datastation dat niet bereikbaar is vanaf het internet, maar wil wel indicatoren aanbieden via de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: De Medewerker Aanbieder wil eigen data controleren.
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder start Browser applicatie en opent KIK-Starter Decentraal als Datastation Client.
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder geeft aan dat de data moet worden gevalideerd.
|
|
|
1. Datastation Client raadpleegt de data bij het datastation als Datastation Server.
|
|
|
1. De Datastation Server geeft query resultaten terug.
|
|
|
1. De KIK-Starter Decentraal valideert de query resultaten op basis van vooraf vastgestelde validatiecriteria.
|
|
|
1. De KIK-Starter Decentraal geeft de validatieresultaten terug.
|
|
|
1. De Medewerker Aanbieder bestudeert de gevalideerde resultaten.
|
|
|
1. De Medewerker Aanbieder geeft opdracht om de gevalideerde resultaten te uploaden.
|
|
|
1. De Datastation Client maakt succesvol verbinding met de KIK-Starter Centraal als Datastation Server.
|
|
|
1. De Datatstation Client uploadt succesvol de gevalideerde resultaten naar de Datatstation Server.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder start Browser applicatie en opent KIK-Starter Decentraal als Datastation Client.
|
|
|
2. Medewerker Aanbieder geeft aan dat de data moet worden gevalideerd.
|
|
|
3. Datastation Client raadpleegt de data bij het datastation als Datastation Server.
|
|
|
4. De Datastation Server geeft query resultaten terug.
|
|
|
5. De KIK-Starter Decentraal valideert de query resultaten op basis van vooraf vastgestelde validatiecriteria.
|
|
|
6. De KIK-Starter Decentraal geeft de validatieresultaten terug.
|
|
|
7. De Medewerker Aanbieder bestudeert de gevalideerde resultaten.
|
|
|
8. De Medewerker Aanbieder geeft opdracht om de gevalideerde resultaten te uploaden.
|
|
|
9. De Datastation Client maakt succesvol verbinding met de KIK-Starter Centraal als Datastation Server.
|
|
|
10. De Datatstation Client uploadt succesvol de gevalideerde resultaten naar de Datatstation Server.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Centraal: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of beveiligingsmaatregel hindert een verbinding.
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Decentraal als Datastation Client: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met Datastation als Datastation Server: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
2. Geen verbinding mogelijk met KIK-Starter Decentraal als Datastation Client: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
3. Geen verbinding mogelijk met Datastation als Datastation Server: verkeerd technisch adres, is niet operationeel of (optionele) interne netwerkbeveiliging hindert een verbinding.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 8: KIK-Starter Decentraal als netwerk datastation
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Medewerker Afnemer (NZA) wil via de datastation client een Datastation Server bij een Aanbieder raadplegen.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Medewerker Afnemer wil data raadplegen bij een Aanbieder.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Afnemer start de Client Applicatie als Datastation Client.
|
|
|
1. Medewerker Afnemer geeft opdracht de KIK-Starter Decentraal als Datastation Server van een Aanbieder te raadplegen.
|
|
|
1. De Datastation Client maakt succesvol verbinding met Datastation Server.
|
|
|
1. De Datastation Client stuurt de standaard query en vraagt om de resultaten terug.
|
|
|
1. De Datastation Server stuurt de query resultaten terug naar de Datastation Client.
|
|
|
2. Medewerker Afnemer geeft opdracht de KIK-Starter Decentraal als Datastation Server van een Aanbieder te raadplegen.
|
|
|
3. De Datastation Client maakt succesvol verbinding met Datastation Server.
|
|
|
4. De Datastation Client stuurt de standaard query en vraagt om de resultaten terug.
|
|
|
5. De Datastation Server stuurt de query resultaten terug naar de Datastation Client.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Geen verbinding mogelijk met de Datastation Server bij de Aanbieder: verkeerd technische adres, is niet operationeel of netwerkbeveiliging staat verbinding niet toe.
|
|
|
2. Datastation Server geeft geen data terug: er is geen data aanwezig.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 9: Aanbieder converteert eigen data met hulp softwareleverancier (geen datastation)
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft KIK-Starter geinstalleerd en converteert eigen data uit bronsysteem. De Aanbieder krijgt mogelijkerwijs hulp van eigen Software leverancier bij het exporteren van de data, maar is zelf in staat dit te organiseren. De Aanbieder kan de conversie van de data naar linked data formaat zelf uitvoeren. Aanbieder ontvangt een conversie/vertaal-bestand en een lokale ontologie van eigen Softwareleverancier.
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft KIK-Starter geinstalleerd en converteert eigen data uit bronsysteem. De Aanbieder krijgt mogelijkerwijs hulp van eigen Software leverancier bij het exporteren van de data, maar is zelf in staat dit te organiseren. De Aanbieder kan de conversie van de data naar linked data formaat zelf uitvoeren. Aanbieder ontvangt een conversie/vertaal-bestand en een lokale ontologie van eigen Softwareleverancier.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Medewerker Aanbieder wil eigen data uit bronsysteem converteren naar data die KIK-Starter begrijpt.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder haalt zelfstandig data uit eigen bronsysteem
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder selecteert eigen relationele data, het conversie/vertaal-bestand en de lokale ontologie die hij ontvangen heeft van zijn softwareleverancier.
|
|
|
1. Mederwerker Aanbieder geeft opdracht om te converteren
|
|
|
1. Systeem converteert de data
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder raadpleegt de data en stelt vast dat het in orde is.
|
|
|
2. Medewerker Aanbieder selecteert eigen relationele data, het conversie/vertaal-bestand en de lokale ontologie die hij ontvangen heeft van zijn softwareleverancier.
|
|
|
3. Mederwerker Aanbieder geeft opdracht om te converteren
|
|
|
4. Systeem converteert de data
|
|
|
5. Medewerker Aanbieder raadpleegt de data en stelt vast dat het in orde is.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. conversie/vertaal-bestand en/of lokale ontologie komt niet overeen met nationale ontologie model.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 10: Aanbieder valideert eigen data (geen datastation)
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft eigen data geconverteert en ingeladen en wil het nu valideren.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: De Medewerker Aanbieder wil eigen data controleren.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder start Browser applicatie en opent KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder kiest dataset
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder geeft aan dat de data moet worden gevalideerd.
|
|
|
1. Het Systeem valideert data en geeft resultaten terug
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder controleert het aantal controles, fouten en goede scores.
|
|
|
2. Medewerker Aanbieder kiest dataset
|
|
|
3. Medewerker Aanbieder geeft aan dat de data moet worden gevalideerd.
|
|
|
4. Het Systeem valideert data en geeft resultaten terug
|
|
|
5. Medewerker Aanbieder controleert het aantal controles, fouten en goede scores.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. er zijn geen validatiecriteria geprogrammeerd.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 11: Aanbieder raadpleegt eigen data (geen datastation)
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft nog geen data geüpload en voert een query op eigen data. KIK-Starter Decentraal is zowel datastation client als server.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: De Medewerker Aanbieder wil eigen data raadplegen.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder start Browser applicatie en opent KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder kiest dataset
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder voert eigen query uit of kiest een standaard query.
|
|
|
1. Het Systeem geeft resultaten terug
|
|
|
2. Medewerker Aanbieder kiest dataset
|
|
|
3. Medewerker Aanbieder voert eigen query uit of kiest een standaard query.
|
|
|
4. Het Systeem geeft resultaten terug
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Er is geen data beschikbaar.
|
|
|
1. Het is niet mogelijk een succesvolle verbinding te maken met KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
2. Het is niet mogelijk een succesvolle verbinding te maken met KIK-Starter Decentraal.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 12: Afnemer raadpleegt query resultaten op KIK-Starter centraal
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: In dit scenario vervult een medewerker van de NZA de rol van afnemer, die gebruik maakt van een client applicatie als datastation client. Dat betekent dat het voldoet aan de technische eisen van de KIK-Starter om met een datastation server te communiceren. Een rol die door de KIK-Starter Centraal vervult wordt in dit scenario. De KIK-Starter Centraal opereert vanuit een omgeving beheerd door Zorginstituut Nederland.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Afnemer wil queryresultaten op KIK-Starter centraal raadplegen.
|
|
|
|
|
|
1. De medewerker NZA raadpleegt via de client applicatie de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
1. Dit gebeurt middels een standaard query.
|
|
|
1. Tenslotte stuurt de KIK-Starter Centraal de bewaarde query uitkomsten terug die de medewerker NZA vervolgens kan bestuderen.
|
|
|
1. De medewerker NZA raadpleegt via de client applicatie de KIK-Starter Centraal.
|
|
|
2. Dit gebeurt middels een standaard query.
|
|
|
3. Tenslotte stuurt de KIK-Starter Centraal de bewaarde query uitkomsten terug die de medewerker NZA vervolgens kan bestuderen.
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Authenticatie van afnemer bij KIK-Starter Centraal mislukt: het is dan niet mogelijk data te raadplegen via KIK-Starter Centraal.
|
|
|
1. Het is niet mogelijk een succesvolle verbinding te maken met KIK-Starter Centraal.
|
|
|
1. Er is geen data beschikbaar op KIK-Starter Centraal.
|
|
|
2. Het is niet mogelijk een succesvolle verbinding te maken met KIK-Starter Centraal.
|
|
|
3. Er is geen data beschikbaar op KIK-Starter Centraal.
|
|
|
|
|
|
# Scenario 13: Aanbieder maakt linked data met hulp softwareleverancier (geen datastation)
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft KIK-Starter geinstalleerd en ontvangt hulp van softwareleverancier die de relationele data uit het bronsysteem omzet naar linked data.
|
|
|
|
|
|
_Situatie_: Aanbieder heeft KIK-Starter geinstalleerd en ontvangt hulp van softwareleverancier die de relationele data uit het bronsysteem omzet naar linked data.
|
|
|
|
|
|
_Happy flow_: Medewerker Aanbieder wil eigen linked data uit bronsysteem inladen in KIK-Starter.
|
|
|
|
|
|
1. Medewerker Aanbieder selecteert de eigen linked data bestand en lokale ontologie.
|
|
|
1. Mederwerker Aanbieder geeft opdracht om de linked data te laden (upload)
|
|
|
1. Systeem stelt vast dat alles correct is en laadt de linked data succesvol
|
|
|
2. Mederwerker Aanbieder geeft opdracht om de linked data te laden (upload)
|
|
|
3. Systeem stelt vast dat alles correct is en laadt de linked data succesvol
|
|
|
|
|
|

|
|
|
|
|
|
_Uitzonderlijke situaties_:
|
|
|
|
|
|
1. Linked data komt niet overeen met lokale ontologie.
|
|
|
1. Versieverschil tussen lokale en globale ontologie.
|
|
|
2. Versieverschil tussen lokale en globale ontologie.
|
|
|
|
|
|
# Aanvullende scenarios (in hoofdlijnen)
|
|
|
|
|
|
Deze scenarios zullen zich met name voordoen bij software developers:
|
|
|
|
|
|
1. Download een bestand met geconverteerde data: voor developer die conversie automatiseert.
|
|
|
2. Valideer een maatwerk regel: dit is bedoeld voor validatieregel-ontwikkelaars.
|
|
|
3. Ontwikkel een query: een query-ontwikkelaar die een query ontwikkelt die mogelijk als een standaard query in productie wordt genomen. |
|
|
\ No newline at end of file |